Leraren
Eerst en vooral bedankt voor het bezoeken van deze webquest!
Waarom koos ik voor het thema 'sprookjes'?
Het is een heel vertrouwd thema voor alle leerlingen waardoor het toegankelijk is voor jong en oud. Ook laat het onderwerp de leerlingen toe om hun creativiteit boven te halen. De leerlingen die minder creatief zijn, worden aan de hand van afbeeldingen, filmpjes en een duidelijk stappenplan op weg geholpen om iets origineels te maken van hun schrijfopdracht.
Waarom koos ik voor het thema 'sprookjes'?
Het is een heel vertrouwd thema voor alle leerlingen waardoor het toegankelijk is voor jong en oud. Ook laat het onderwerp de leerlingen toe om hun creativiteit boven te halen. De leerlingen die minder creatief zijn, worden aan de hand van afbeeldingen, filmpjes en een duidelijk stappenplan op weg geholpen om iets origineels te maken van hun schrijfopdracht.
Hieronder volgen de leerplandoelen met telkens de verwijzing naar de eindtermen.

De lesplandoelen komen uit het leerplan tweede graad van het VVKSO. Het leerplan is terug te vinden op de website: www.vvkso.be.
TAALBESCHOUWING
ONDERSTEUNENDE ATTITUDES, INZICHTEN, STRATEGIEËN, VAARDIGHEDEN EN KENNIS
4 De leerlingen zijn bereid op hun niveau:
- bewust te reflecteren op taalgebruik en taalsysteem;
- de lay-out te verzorgen (= indeling, lettertype, inspringen …);
- te reflecteren op correcte spelling;
- een correcte spelling na te streven door de juiste spellingattitude.
6 De leelingen kunnen op hun niveau bewust reflecteren op de door hen gebruikte luister-, spreek-, interactie-, lees- en schrijfstrategieën; (ET aso 40/ kso en tso 39).
TAALVAARDIGHEID
ONDERSTEUNENDE ATTITUDES, INZICHTEN, STRATEGIEËN, VAARDIGHEDEN EN KENNIS
14 De leerlingen zijn bereid om (ET29*):
– te schrijven;
– schriftelijk informatie te verstrekken;
– te reflecteren op hun eigen schrijfproces en op inhoud en vorm van hun schrijfproduct en dat van anderen;
– taal, indeling, spelling, handschrift en lay-out te verzorgen.
15 Met de leerlingen wordt inzake creatief-expressief schrijven ook het volgende nagestreefd:
– het overwinnen van schrijfremmingen;
– bij het schrijven: engagement, spontaneïteit en taal- en vormverzorging.
16 De leerlingen kunnen:
– schrijftechnisch:
- op woordniveau: de woordenschat verzorgen;
- op zinsniveau: goede Nederlandse zinnen bouwen;
- wat tekstopbouw betreft:
- werken met inleiding, midden en slot;
- de tekst correct in alinea’s verdelen;
- het verband tussen zinnen en alinea’s weergeven;
- wat spelling betreft:
– een correcte spelling nastreven door de juiste spellingattitude en zo nodig het
gebruik van hulpmiddelen (bv. woordenboek, Groene Boekje);
– verschillende spellingstrategieën flexibel toepassen;
– deze spellingafspraken en spellingregels toepassen om de schrijfdoelen te
bereiken:
- werkwoordvormen,
- hoofdletters,
- interpunctietekens,
- diakritische tekens.
– wat taalregister betreft:
- de woorden gebruiken die bij een bepaald onderwerp horen;
- mensen op passende wijze aanspreken.
– strategisch bij het schrijven de OVUR-strategie toepassen (ET 27, 28):
- het schrijfdoel bepalen (o);
- het doelpubliek beschrijven (o);
- een schrijfstrategie kiezen naargelang van schrijfdoel en tekstsoort en ze toepassen;
- de tekstsoort, het teksttype en het kanaal (digitaal of op papier) kiezen voor een bepaalde communicatieve situatie (o);
- de eigen voorkennis inzetten (o, v, u, r);
- gericht en efficiënt informatie zoeken, ordenen en verwerken (v);
- een logische tekstopbouw creëren met aandacht voor inhoudelijke en functionele relaties (v);
- waar nodig hulpmiddelen inschakelen (bv. woordenboek, spellingcorrectie, schrijfkaders, briefmodellen …) (v);
- gebruik maken van informatie- en communicatietechnologie (u);
- inhouds- en vormconventies van de taal verzorgen (u);
- de eigen tekst reviseren (r);
- reflecteren op de eigen schrijftaak en die van anderen: zowel op het resultaat (= product) als op de aanpak (= proces) (r).