Webquest sprookjes



julie.verbeeck@student.kdg.be

Volg onderstaand proces stap voor stap om zo tot een goed eindresultaat te komen. Indien mogelijk en als de tijd het toelaat, bekijken we donderdag elkaars werkjes nog eens voor ze worden afgegeven. (zie 'Afsluiter')

 

Veel succes!

 

  

Voor je jouw creativiteit in de vrije loop laat, is het belangrijk dat je enkele zaken goed op een rijtje zet. 

  • Wat wordt er precies gevraagd? 
  • Wat moet ik doen? 
  • Hoeveel tijd heb ik voor deze taak? 
  • Wie is mijn doelpubliek? 
  • Wat is mijn schrijfdoel? 
 
 
Voor je aan een schrijftaak begint, vraag je je af of je een manier kent om het werk aan te pakken. Je denkt na over de gegevens die je nodig hebt om aan de opdracht te starten en je bereidt de opdracht grondig voor. 
Volgende vragen kunnen je helpen:
  • Welke informatie zal ik in mijn opdracht verwerken? 
  • Hoe zal ik die gegevens in mijn tekst verwerken? 
  • Welke ideeën heb ik? 
  • Op welke manier zal ik mijn tekst structureren? 
Om een goed antwoord te kunnen geven op die vragen, is het belangrijk dat je goed weet hoe een sprookje eruit ziet, hoe het is opgebouwd, wat voor personages erin voorkomen... Lees daarom enkele sprookjes die je bij 'Bronnen' vindt en bekijk de sprookjes hieronder om een echte sprookjesexpert te worden. 
 
Het meisje met de zwavelstokjes - Hans Christian Andersen
 
De Chinese nachtegaal - Hans Christian Andersen
 
De kikkerkoning - de gebroeders Grimm
 
 
Voer nu de schrijfopdracht nauwkeurig uit. Het is belangrijk dat je stap voor stap werkt. Je verwerkt jouw verzamelde ideeën uit de vorige stappen in je tekst en je schrijft hem uit. 
(Door Scheers, B; Scheers, M.)
 
 
 
 
 
 
 
Je schrijft nu je sprookje in een Worddocument. Houd rekening met de voorwaarden waaraan een goede tekst moet voldoen. Zorg ervoor dat je sprookje voldoet aan de typische kenmerken en dat jouw personages, locaties en voorwerpen origineel worden gebruikt. Lees eerst de evaluatiecriteria bij 'Evaluatie'.    
 
 
Na het werk moet je controleren of je de taak correct hebt uitgevoerd. Zo kun je uit je gemaakte fouten leren. 
Volgende vragen kunnen je in deze fase helpen:
  • Wat werd er precies gevraagd? 
  • Heb ik dat ook bereikt? 
  • Moet ik bijsturen? 
Als je op de laatste vraag "ja" moet antwoorden, kan je je tekst nog herwerken.
Als je op de laatste vraag "nee" kan antwoorden, mag je je sprookje indienen via Smartschool.
 

Proficiat, je hebt net je eigen sprookje geschreven!